Abseilend de afgrond in

6 februari 2015

Mijn laatste dag in Egypte is het tijd voor iets anders dan duiken. We gaan de bergen in! Ik heb prachtige foto's gezien van de Coloured Canyon, dus daar wil ik naar toe. De helft van mijn vrienden in Dahab is safarigids, dus ik vraag of ze me meenemen naar The Canyon. Na enig overleg wordt besloten dat we daar Butchi voor nodig hebben. Hij wordt gebeld en een half uurtje later zit hij bij ons in de coffeeshop. Mijn vrienden besluiten ook mee te gaan en meteen zijn de voorbereidingen in volle gang. De jeep die me de volgende dag ophaalt, ligt vol met flessen water, pikhouwelen en touwen. Het lijkt een ware expeditie te worden.

De bedoeïnen-chauffeur brengt ons naar de White Canyon. Het landschap is weids en overweldigend. Ik zie vooral woestijn en maar een enkele berg. Waar is die Canyon dan?
Meteen wordt me duidelijk waar de touwen voor zijn. Butchi bindt een touw om een rots en daalt zonder verdere uitleg af. Geweldig: we gaan abseilend de afgrond in! Dit belooft écht een expeditie te worden.

Onze tocht is onverantwoord en levensgevaarlijk, maar ook spectaculair en indrukwekkend. Paden zijn er niet. We klauteren als berggeiten over rotsen en langs diepe ravijnen. Al na een uur voel ik mijn spieren. Thuis sport ik veel, maar hier heb ik de hele week, op elke dag wat duiken na, niets aan lichaamsbeweging gedaan. En omdat ik het Egyptische leven leef, heb ik ook ook geen fatsoenlijk bed (én stoel én bank) gezien. Mijn spieren moeten even wennen aan deze inspanning.
'Deze excursie is niet voor iedereen geschikt,' merk ik hijgend op. 
'Dit doen we toch niet met toeristen,' antwoordt Butchi verbaasd. ‘Dit doen we elke paar jaar met wat gidsen, als vrienden onder elkaar. Soms kamperen we hier dan ook.’ 
Ik leer een heel andere kant van hem kennen. Dat hij welbespraakt is, wist ik al van eerdere ontmoetingen. Maar dat hij een geweldige verhalenverteller is, is nieuw voor me. We hangen allemaal aan zijn lippen.

Kleurenpracht

Na ruim 3 uur halsbrekende toeren uithalen, lunchen we bij bedoeïnen in een oase. 'Dit doen we wél met toeristen,' legt één van mijn vrienden uit. Na een uitgebreide lunch zijn de mannen slaperig van de sisja, dus ik roep op tot actie. We hebben alleen nog de White Canyon verkend, ook de Coloured Canyon staat op ons – of in elk geval op míjn- programma. Mopperend en vol tegenzin hijsen ze zich overeind. De jeep brengt ons naar de gekleurde bergen.

De kleurenpracht is onvoorstelbaar. In een uur tijd maak ik meer dan 100 foto's. Het landschap is adembenemend en de verhalen van Butchi zijn fantasievol. We herkennen apen, schildpadden en huilende vrouwen in de rotsen. Natuurlijk allemaal eigenhandig door hem uitgehouwen. Deze tocht is niet makkelijker dan die van de ochtend, maar vermoeidheid voel ik niet. Wat ben ik dankbaar voor deze prachtige dag met vrienden in dit berglandschap. Na een indrukwekkende onderwaterwereld en kamperen in de woestijn verken ik nu een heel andere kant van de Sinaï. Onvoorstelbaar veel mooier dan ik had verwacht.

Ik ben verbaasd als ik de zon zie onder gaan. Klimmen we echt al zo lang? Aan het einde van de kloof wacht de jeep ons op. Zodra we de kloof uit klauteren, is van de bergen niets meer te zien. Plotseling staan we in een eindeloze woestijn. De bedoeïnen-chauffeur staat erop een groepsfoto van ons te maken. Hij wijst op Butchi: 'Het gebeurt immers niet vaak dat iedereen de kloof levend uitkomt met hem als gids!'