Wensen

16 mei 2014

Al eerder schreef ik over mijn lijstjes. De langste -en veruit leukste- lijst die ik heb, is mijn wensenlijst. Ik hou ervan te dagdromen over al die plannen en wensen. Laatst las ik zo'n mooie zin: daydreaming enriches the world. Ik geloof dat dit waar is. Dagdromen is heerlijk. Nog fijner is het gevoel als ik weer iets op mijn wensenlijstje kan afvinken. Afvinken, want doorstrepen doe ik niet. Ik heb dan een wens omgezet in een mooie prestatie (een studie Journalistiek afgerond), een geluksmoment (een ijsvogel gefotografeerd) of een fijne herinnering (een prachtige zonsondergang aan het einde van een fijne dag). Maar soms valt een wens van mijn lijstje een beetje tegen.

Op mijn wensenlijst staan heel uiteenlopende dingen: de Amazone afzakken op zoek naar jaguars en roze dolfijnen, duiken op de Malediven en theedrinken in het Old Cataract Hotel in Aswan net als Agatha Christie deed. Ook wil ik ooit eens de rust vinden een mooi schilderij te schilderen én af te maken. Een andere wens is 'De Zevensprongroute' in Ruurlo fietsen. 'De Zevensprong' van Tonke Dragt is het mooiste boek dat ik als kind heb gelezen. En graag wil ik eens de bossen waar de televisieserie met meester Frans van der Steg in de hoofdrol zich afspeelde eens verkennen.

Nieuwe wildernis

De afgelopen tijd kon ik zo maar twee wensen op mijn wensenlijst afvinken. Eindelijk lukte het me een vos te fotograferen. Ik lag er urenlang voor op mijn buik in de stromende regen, maar ik maakte prachtige foto's. De broodmagere, hongerige vos kwam dichterbij dan ik ooit had durven dromen. Tientallen foto's maakte ik. De één nog mooier dan de ander. De prachtige ogen van de vos zal ik nooit vergeten. Een wens die mijn verwachtingen veruit overtrof.

Een andere wens was een expeditie door de Oostvaardersplassen. Op safari door de nieuwe wildernis en ontmoetingen met Konikpaarden en Schotse Hooglanders. En met een beetje geluk hoopte ik zelfs de visarend te zien. En dus vertrok ik op een vroege ochtend gewapend met mijn camera en lenzen naar Flevoland. Het park was grotendeels gesloten. Er werd gesnoeid en gewerkt. Het leek eerder een bouwput dan een natuurgebied. De Konikpaarden en Schotse Hooglanders lieten zich, van slag door alle werkzaamheden in hun leefgebied, niet zien. Wel mooi waren de aalscholvers die met lange wilgenslingers voor hun nesten langs vlogen. Maar het landschap en de natuur vielen me flink tegen. Ik had net zo goed in mijn eigen Munnikenland kunnen dwalen schoot me meerdere keren door mijn hoofd.

En inderdaad, ik vind het Munnikenland rond Slot Loevestein veel mooier. Elke werkdag struin ik er. Ik ken er elk oerrund bij naam. Ik weet hoe de paardengroepen gevormd zijn, ik herken de veulens. En ja, af en toe zie ik er ook de visarend overvliegen. Waarom moest ik dan zo nodig naar de Oostvaardersplassen? Omdat het Munnikenland ook een bouwput is op dit moment. De dijk wordt verlegd en in plaats van de groene specht hoor ik bulldozers. De rust is er ver te zoeken. Ik maakte een boek over het veranderende Munnikenland: Munnikenland in beweging. Maar struinen door mijn Munnikenland maakt me een stuk minder blij dan anders.