Parijs

14 mei 2015

Zo maar ineens dwaal ik door Parijs
Ik wilde er foto's maken, want ik heb nog niet één digitale foto van de stad die nooit slaapt. Alleen maar gedateerde analoge foto's. En dus ging ik met een vriendin als een toerist alle highlights van de stad af. Om te kijken, te voelen en vooral te fotograferen.

De laatste keren dat ik in Parijs was, had ik altijd een intellectueel verantwoord programma. Voor het eerst ging ik niet speciaal voor een museum of een tentoonstelling. Geen historisch verantwoorde rode draad, niet Parijs verkennen in de voetsporen van Camille Claudel. Geen Proust lezen (in het Frans natuurlijk!) of op zoek naar het graf van Berthe Morisot. Dit keer ga ik als een toerist alle bekende plekken af. En dat is eigenlijk best leuk. We springen gewoon lukraak van avontuur naar avontuur.

We slenteren op ons gemak langs de oever van de Seine. Onderweg laten we ons met plezier afleiden door wat op ons pad komt. Bloeiende kastanje bomen. Mooie metrobordjes. Waterspuwers. En soms verdwaal je dan een beetje en vind je heuse juweeltjes. Zo komen we terecht in de Grande Mosque de Paris. We drinken mierzoete shei in de theetuin en eten heerlijke baklava. Even snel duiken we de oude Romeinse thermen in, waar nu Musée de Cluny gevestigd is. Ik wil mijn reisgenote de prachtige gobelins van de Dame met de Eenhoorn laten zien. Kleurrijke poëtische allegorieën van de zintuigen, omringd met mysteries en herontdekt door niemand minder dan schrijfster George Sand. We gaan ondergronds, de catacomben in. De Crypte Archeologique is nauwelijks te zien in de drukte op het plein voor de Notre Dame. Maar als je de moeite neemt de trap af te dalen, kom in je in het Parijs van eeuwen geleden.

De natuur fluistert

Als je durft te verdwalen is er in een stad als Parijs altijd iets nieuws te ontdekken. Ook ontdekte ik er iets nieuws over mezelf. Ik ging naar Parijs om te fotograferen. Maar ik merkte dat ik helemaal niet van steden en gebouwen fotograferen hou. Geef mij maar natuur: landschappen, boven en onder water, dieren, bomen. Ik ben een natuurfotograaf. Voor mij is het vastleggen van een stilstaand gebouw als de Eiffeltoren geen uitdaging. Je kiest een hoek, wacht even op het juiste licht en maakt een foto. Misschien maak je nog wat detailfoto’s, maar dat is het ook wel. Alleen van het prachtige lijnenspel van de moskee maakte ik meerdere foto’s. In één weekend Parijs maak ik nog niet half zoveel foto’s als twee weken geleden tijdens een ontmoeting van 20 minuten met twee vossen. Vossen bewegen. Je moet geduld hebben. Je bent afhankelijk van hun gedrag. Het draait om vertrouwen winnen en om timing. Je moet heel veel factoren (gedrag, licht, hoek en instellingen van je camera om er maar een paar te noemen) combineren om steeds een nèt iets betere foto te maken, met als uiteindelijke doel werkelijk oogcontact. En als dat lukt ben ik blij, heel blij. Gebouwen fotograferen geeft me niet dit gevoel van blijdschap. Natuurfotografie brengt me tot rust. De natuur fluistert naar me terwijl een stad schreeuwt. Zelfs als het zo'n indrukwekkende stad als Parijs is.