Sea of Dreams (Rode Zee 4)

3 juli 2014

Ik staar naar de zee. Ik doe niet anders deze dagen. De stapel boeken in mijn tas blijft ongelezen, mijn notitieboekje onbeschreven. Zelfs de storm in mijn hoofd gaan liggen. Alleen mijn gevoel beweegt, de hele dag, zo kalm als het water van de azuurblauwe zee. 
‘Waar denk je aan?’ vraagt Ahmed in gebrekkig Engels. Hij maakt schoon en doet alle rotklusjes op de boot. 
Een simpele vraag, een ingewikkeld antwoord. 
‘Aan helemaal niets en tegelijkertijd aan alles.’ 
Hij knikt begrijpend. ‘Sea of dreams.’ 
Lezen en schrijven kan hij niet, deze Ahmed. Maar hij is zo enorm wijs.

Want dat is het. De zee maakt mijn geest leeg. En in de ruimte die zo ontstaat, komen de dromen vanzelf. Voor ik het weet zwem ik in een zee van mogelijkheid. Een zee van dromen. 
Even ben ik jaloers op Ahmed. Elke dag deze prachtige zee, elke dag spelen met dolfijnen en dan zo’n ongecompliceerde en tegelijkertijd zo’n spirituele kijk op het leven hebben. Maar zijn vroegoude, door de zee verweerde gezicht weerspiegelt ook een ander verhaal. Hij is van mijn leeftijd, maar je zou hem tegen de 50 schatten. Zijn levensverhaal heeft hij mij verteld. Ook hoe erg hij zijn familie mist als hij maanden achtereen op zee is. Dat hij zich zorgen maakt over de chaos in zijn land. Over de toeristen die wegblijven. Hoe moeilijk het leven soms is, maar ook hoeveel hij van de zee houdt: ‘Ik kan niet leven zonder de zee.’

Ballast

Dat laatste gevoel deel ik met hem. Ik ga zo vaak mogelijk naar zee. Het leven is er simpel en overzichtelijk. En hier in Sataya helemaal. Zwemmen met dolfijnen opent ook deuren naar dromen die diep verborgen liggen. Dromen waarvan ik eigenlijk nog geen weet had. Niets hoeven, alleen maar zijn creëert enorm veel ruimte en mogelijkheden.

En zover weg van huis is het gemakkelijk te herkennen wat ballast is. Mensen die alleen maar energie kosten. Al die dingen waar ik zoveel tijd aan besteed, maar die mijn aandacht en inspanning eigenlijk helemaal niet waard zijn. Hier is het eenvoudig om terug te gaan naar de basis. Naar dat wat nodig is om te leven. Naar eenvoud en keuzes maken, naar doen wat je gelukkig maakt. Wat laat ik los en waar wil ik mijn tijd aan besteden? Wat is het belangrijkste wat ik wil doen? Onze tijd is immers eindig, waarom zou ik niet elke seconde laten tellen?

En hier op de boot zie ik het ineens allemaal zo helder als het water van de zee. Alles is goed: dit keer kwam ik echt in Sataya en de zee was er onvoorstelbaar blauw. Ik danste eindeloos met dolfijnen en zwom met wijze schildpadden. Een dugong knuffelde me. Ik dook dieper en dieper, ontmoette wonderlijke onderwaterwezens en zag eindelijk een crocodile fish. Snorkelend verkende ik prachtige koraalriffen en ik maakte enorm veel foto’s van vissen in alle kleuren van de regenboog. De zonsopkomsten en ondergangen waren spectaculair, de mensen met wie ik dit deelde allemaal even bijzonder. Ik liep op blote voeten door het zand en vond prachtige schelpen. ’s Avonds telde ik vallende sterren. De zeewind blies alle gedachten uit mijn hoofd en de ruimte die toen ontstond, vulde zich met nieuwe plannen en dromen.