Safari in eigen land

18 april 2014

'De zee is erg ruw,' waarschuwde schipper Jan. 
'Ik wil toch,' antwoordde ik. 
Ook mijn moeder knikte. Overal is ze bang voor: invoegende auto's op de snelweg, vliegtuigen, alles wat snel gaat. Behalve voor racen op zee in een ribboat. Dat vindt mijn moeder geweldig. En dus stapten we aan boord bij de enige schipper die stoer genoeg was om uit te varen bij windkracht 6 en golven van 3 meter 30 hoog.

Voor mij is het een jaarlijks terugkerend ritueel. Op zoek gaan naar zeehonden op het wad. Ik hou van de spanning van de jacht. Zien we ze? Lukt het mooie foto's te maken? Of ik nu op zoek ben naar een jaguar in Kenia of naar de Big Five van de Veluwe, de spanning is hetzelfde. En nu zit ik dus een ribboat op een woeste Waddenzee. Speurend naar zeehonden.

De tocht is spectaculairder dan ooit. Metershoge golven slaan over de boot heen. Al na een paar minuten zijn we kletsnat. 'Nee hoor, ik hoef geen regenjas,' zei ik nog, omdat ik bewegingsvrijheid wilde om foto's te kunnen maken. We staan half om de ergste klappen op te vangen. De zoute smaak van de zee op mijn lippen, de wind giert als een razende rond mijn hoofd. Wat een heerlijk avontuur is dit.

Oorverdovende stilte

Het enorme lawaai slaat plotseling om in rust en stilte als we bij de zeehondenbank aankomen. De motor gaat uit, de boot ligt stil. De stilte is werkelijk oorverdovend. Daar liggen ze. Honderden robben. Rijen dik, over een lengte van een paar kilometer. Relaxed en luierend. Zich koesterend in de zon. Af toe verheft één van de zeehonden zijn stem als een ander nogal lomp over hem heen hobbelt. Een vreemd geblaf doorbreekt dan de stilte. Een andere zeehond rekt en strekt zich en doet met gemak de meest complexe yoga-oefeningen.

Terwijl iedereen netjes op zijn plaats blijft zitten, schuifel ik van links naar recht. Ik hang wiebelig over de rand om foto's te maken. Elke paar minuten duikt er een zeehond op naast de boot. Die natuurlijk net weer onder water duikt als ik een foto wil maken. Hier wil ik altijd blijven. 
'Ga je weer zitten?' vraag de schipper dan. Ik heb mijn camera nog maar net veilig en waterdicht opgeborgen of hij geeft al gas. Weer scheuren we in een razend tempo over de Waddenzee. Nu hebben we wind tegen en mijn ogen tranen zodat ik niets zie. Horen doe ik ook niet. Alles verdwijnt in het gebulder van de zee, het geraas van de wind en het gejakker van de motor. Wat een kracht heeft de natuur. In volle vaart racet de schipper de haven voorbij. Mijn moeder kijkt me lachend aan: het scheurende ererondje dat hij haar beloofd heeft. Na een scherpe bocht vliegen we op spectaculaire wijze de haven binnen, weer een avontuur rijker!