Sunny Jansen

Slot Loevestein ontrafeld: 650 jaar bouwgeschiedenis

(2011)

Korte inhoud
In deze uitgave van Slot Loevestein staan de stichting en bouw van Loevestein centraal. De invalshoek is de bouwgeschiedenis: de historie dient als context om de geschiedenis van de bouw goed te kunnen begrijpen. Er wordt gekeken naar het hele vestingcomplex, waarbij primair wordt ingezoomd op het kasteel en de voorburcht. Er is aandacht voor bouwen en verbouwen, evenals voor relevante bouwsporen en archeologische waarnemingen en vondsten. Ook de grote restauraties van de 20e eeuw worden besproken.

Fragment
De eerste toren van Dirc Loef bestaat nog steeds: het is het onderste deel van de huidige Riddertoren, die in 2007 en 2008 bouwhistorisch is onderzocht. De spitsboogvormige nissen en kaarsnissen die ook nu nog te zien zijn, behoren tot deze eerste bouwfase. Het muurwerk van de toren heeft uitsparingen voor drie privaatkokers aan de noord-, zuid- en oostzijde. Dit is extreem veel voor een bouwwerkje van slechts één verdieping en een zolder hoog. Eén privaat per verdieping is normaal, dus dit is een duidelijke aanwijzing dat er al toekomstige verdiepingen gepland waren.

Juist het aantal privaatkokers in de toren verraadt dus Dirc Loefs plannen: hij was niet van plan om het bij één toren te laten. Hij had het ambitieuze plan om een groter kasteel te bouwen. Er zijn meer aanwijzingen dat deze toren de basis moest vormen voor een nieuw kasteel. Bij de bouw van de toren werd mortel gebruikt, wat duidt op duurzaamheid. De andere blokhuizen voor de belegering van Heusden waren van hout en steen, slechts met leem gemetseld, wat duidt op een tijdelijk gebruik. Een andere aanwijzing is de grond waar Dirc Loef zijn toren op bouwde. Hij koos bewust voor een buitendijkse aanwas waarop hij een allodiaal recht kon doen gelden. De toren stond heel slim op grond waar de Hollandse graaf geen zeggenschap over had. Ook opmerkelijk is dat Loevestein nooit opgedragen lijkt te zijn aan de graaf van Holland.

Recensies
‘Helder uiteengezet, fraai vormgegeven. We zien uit naar volgende delen.’ (KasteelKatern, jaargang 14, nummer 36, 2012)

‘Toegankelijk en prettig geschreven, het geheel is rijk geïllustreerd en mooi vormgegeven.’ (Tussen Voorn en Loevestein, nummer 143, 2011)

*This website is best viewed in Google Chrome*